Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [12]Zij schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen [13]vergaderden zij zich. 12. Te weten, uit het gevoelen van hun nood, ruchelende als woudezels, die hongerig zijn; in welken zin dit woord gebruikt wordt boven, hfdst.6 vs.5 en een ander woord, dit zeer gelijk, boven, hfdst.24 vs.12. 13. Te weten, om daar te schuilen, of gezocht werden. Anders, verzengden, of wondden zich; te weten, aan de netels, die door haar brand de lichamen dezer lieden met hittige pukkels en puisten deden uitlopen.